Afgelopen week - Reisverslag uit Kampala, Oeganda van Wilfriede Does-Ruiter - WaarBenJij.nu Afgelopen week - Reisverslag uit Kampala, Oeganda van Wilfriede Does-Ruiter - WaarBenJij.nu

Afgelopen week

Door: Wilfriede

Blijf op de hoogte en volg Wilfriede

09 December 2014 | Oeganda, Kampala

Zaterdag 29 november
Heerlijk geslapen. We worden wakker met flinke regen, het regenseizoen is ook nog niet ten einde.
Wat zullen we vandaag eens gaan doen? Als je naar buiten kijkt, lijkt het voorlopig nog niet op te klaren, het verkeer worstelt zich door de rode straten die inmiddels flinke geulen hebben gekregen door de stroom regenwater. Het is hier in de stad erg heuvelig, waardoor het regenwater altijd het laagste punt opzoekt.
Ons hotel ligt bovenop een heuvel en vanaf onze kamer 6 hoog hebben we een goed uitzicht over een gedeelte van Kampala. ’s Morgens als het wel zonnig is, hangt er een nevel over de stad en op een andere heuvel in de verte is de Ghadaffi Mosque te zien.
Om 5 uur ’s morgens klinkt het eerste gebed via een luidspreker. Eigenlijk is het in Kampala nooit echt stil. Het verkeer gaat altijd door, het getoeter, de brommers.
Alhoewel ons hotel voor Oegandese begrippen luxe is, is niet alles wat het lijkt.
Onze kamer is boven de keuken van het hotel en soms wordt er midden in de nacht al gestart met koken of bakken, deze lucht komt dan via ons slaapkamerraam naar binnen. Niet echt fijn.
In elk raam van onze kamer zit een scheur, de balkondeur sluit niet geheel, het deksel van de stortbak van de wc is stuk, dus we duwen met de hand, de vlotter naar beneden, gelukkig trekt hij dan wel goed door. De douchekop is gigantisch, maar de straal is net zo, dat het water langs je lichaam naar beneden loopt, zonder dat het spettert. Het water is in het begin warm, maar na 1 minuut wordt het langzaam koeler. Niet echt erg hoor, de omgeving is toch nog zo’n 24 graden.
Tegen 13.00 uur stopt de regen en droogt het buiten weer op. Voorzichtig komt het zonnetje tevoorschijn en we besluiten om onze middag door te brengen in het zwembad van het Sheraton Hotel hier in Kampala.
Uiteraard eerst even met de Matatu, want lopend is dit al gauw een uurtje. Als we aankomen bij het Sheraton, wordt onze bagage gecheckt en moeten we door een poortje. Dit is hier normaal, zelfs bij de supermarkt wordt je tas soms open gemaakt en bij de ingang moet je wat je bij je hebt, afgeven. In ruil hiervoor krijg je een nummertje mee. Er staat altijd een bewaker in een soort politie uniform bij de ingang, soms zelfs compleet met geweer. Ook voor andere “winkels” of kantoren zitten bewakers uitgerust met geweer. Af en toe rijdt er een truck met in de laadbak een stuk of 10 van die gewapende mannen. Dit ziet er altijd onheilspellend uit, vind ik. Brr… De mensen kijken er hier niet vreemd van op, dus zal het wel gewoon zijn.
In de tuin van het hotel voor de ingang staat een heuse arrenslee, compleet met kerstman! Bijzonder hoor, bij deze temperatuur. Ook de palmbomen hebben om hun stam kerstlampjes geslingerd.
Om bij het zwembad te komen, moet je door het hotel heen lopen. Prachtig van binnen en keurig schoon. Fijn om dit ook te zien, maar echt een compleet contrast met het leven buiten de hotelpoort.
Het personeel is vriendelijk en ziet er verzorgd uit, mede door het uniform. Het zwembad is een halve maan en loopt van ondiep af naar zo’n 3 meter diepte. Rondom staan ligbedden, met hierop zachte matrasjes. Dit ligt heerlijk!
De zon is inmiddels weer achter de wolken gekropen, maar de temperatuur blijft prima. Het is niet druk, naast ons zijn er nog twee mensen. Later komt er nog een moeder met een jongetje, ik schat een jaar of 4, hij krijgt privé zwemles.
De lucht wordt zwaarder en donkerder, we besluiten om te gaan, een verstandig besluit blijkt later want nadat we nog even bij de overdekte groetenmarkt zijn geweest en net naar buiten willen lopen, barst het onweer los. Even schuilen, tot het ergste over is en in draf naar het hotel de heuvel op. Het water stroomt alweer langs ons naar beneden.

Maandag 1 december
Vandaag starten we op een andere afdeling, oncologie. Deze dag heeft ons weer geleerd, dat het leven hier veelal bestaat uit wachten.
De afdeling oncologie ligt een heel eind achterop het ziekenhuisterrein. We komen daar met ons toestemmingsformulier en als we dit laten lezen, worden we verwezen naar een kantoortje, of we daar even willen wachten. We mogen gaan zitten er komt zo iemand. Terwijl we wachten heb ik toch even met mijn telefoon een paar foto’s gemaakt van het kantoortje. Het is een betonnen hokje, er staat een tafel met twee stoelen, een kast met mappen, de gordijnen vallen nog net niet naar beneden. De TL verlichting hangt half los. Een armoedig gezicht.
Er lopen verschillende mensen in en uit het kantoortje, dit zijn medewerkers, ze pakken wat, schrijven iets op, maken even snel een praatje met elkaar, soms begroet iemand ons even: Goodmorning, how are you? Soms worden we ook volledig genegeerd.
Het wachten duurt en we zijn zo maar een uur verder. Er komt een jongeman binnen en hij vraagt waarom we hier zijn, hij is allervriendelijkst en wanneer hij hoort dat we uit Nederland komen, is hij enthousiast. Zijn neef woont in Nederland. Hij stelt ons een aantal vragen in het Nederlands, zoals: “Hoe gaat het met jou?”, hij kan ook perfect Groningen uitspreken, wat voor de meeste buitenlanders toch echt moeilijk is om grrr.. uit te spreken. Hij vertelt dat hij broeder is en nachtdienst heeft gehad. Verder geeft hij ons nog wat informatie over de afdeling, er is een kinder- en volwassen afdeling. Hij vraagt op wie wij wachten en die persoon blijkt nog in een vergadering te zitten.
Weer een half uur later, lijkt de vergadering afgelopen, we melden ons bij de ‘clinical head’, echter dit is niet de persoon waar we moeten zijn zo blijkt. Ze wijst naar een kantoortje verderop.
Aldaar ons gemeld, worden de papieren aangepakt en zouden we niet op het goede adres zijn, maar we geven aan, dat we hier naar toe zijn gestuurd door het hoofd. Ze pakt de papieren en we mogen wachten. Na 20 minuten vraagt ze ons mee te lopen en brengt ons naar een ander kantoor. Daar zit de dokter die gaat over de afdeling oncologie. Ze vraagt ook even vriendelijk: How are you? Dit is de standaardbegroeting hier in Oeganda, ook al kennen ze je helemaal niet.
We worden door de assistente van de dokter naar de afdeling gebracht, zij koppelt ons aan een “Intern” (een dokter in opleiding van de kliniek hier; in Nederland de arts-assistent). Deze vraagt aan een nurse-officer of zij ons de afdeling wil laten zien, want hij moet nog even wat anders doen.
Er liggen op deze afdeling wederom veel te veel mensen, gezien de ruimte. Elke meter is benut met bedden of een matras op de grond en er is een klein looppad tussendoor. De patiënten ogen erg ziek, vaak uitgemergeld en in mijn ogen al halfstervend.
Ik vraag me af, of er hier in dit ziekenhuis nog iets gedaan kan worden voor deze mensen en of ze niet beter af zijn in hun eigen omgeving met familie (die hier natuurlijk ook aanwezig is) en goede pijnstilling. Zo blijkt ook dat ze eigenlijk komen voor chemotherapie en er staat als opmerking voor de zusters dat de dokter elke dag langs komt om te beoordelen of er door gegaan moet worden met de chemotherapie.
Na de rondgang over de afdeling, werden we weer aan ons lot overgelaten. We voelden ons ook een beetje teveel; de dokter die met ons verder zou gaan, was nergens meer te bekennen.
Aan het plafond hangen kettingen en hieraan worden de infusen opgehangen, veelal weer met behulp van een doorgeknipt zuurstofslangetje, tja als er niet genoeg infuuspalen zijn… Inmiddels was het alweer middag, na nog een tijdje te hebben gewacht op de “Intern” zijn we vertrokken.

De volgende dag, hebben we ons weer netjes gemeld en de dokter was er nog niet. Hij was nog even op een andere afdeling en zou straks komen. Het was alweer een drukte van belang. We besloten om even buiten te wachten, gezien de beperkte ruimte.
Buiten is ook van alles te zien: de familie die de was doet, eten kookt, de schoonmaaksters die de boel aan het schrobben zijn, mensen die van A naar B lopen met hun zieke familielid, dokters in witte jassen met papieren dossiers onder de arm, nurses met witte jurken, paarse jurken, ook lichtblauwe jurken. Ook de kleding van de familie die er rond loopt is kleurrijk, hoewel het geheel vaak helemaal niet bij elkaar past.
Een klein uurtje later, is de dokter er en wordt gestart met de ronde. Bij elke patiënt moet de Intern aan de gediplomeerde dokter vertellen wat er aan de hand is. We horen het aan en meestal is de patiënt al in een heel vergevorderd stadium. Dit komt omdat de mensen vaak te lang door lopen met hun klachten, door hun tekort aan kennis, of door het feit dat er eerst nog zelf gedokterd wordt. Daarbij komen ze vaak vanuit een andere kliniek weer hier naartoe voor de chemo. Soms moet er nog onderzoek gedaan worden, omdat de overdracht ook niet altijd duidelijk is. Vaak zijn uitslagen ook niet meegegeven, of zoek geraakt, wat inhoudt dat dingen dan weer over moeten.
Verdrietig om te zien, veelal is er geen genezing meer mogelijk. Wat wel mooi om te zien is, vind ik, de liefdevolle zorg van de familie voor de patiënt. Ze doen alles voor hun geliefde. De lichamelijke zorg, het verschonen van het bed, de was, ook het eten wordt met heel veel geduld en moeite gegeven. Fruit wordt geschild, gezeefd en het sap ervan met een lepeltje ingegeven. Vlak naast ons, wordt er iemand helemaal niet goed. Ik zal de details niet noemen. De familie is drukdoende met de zieke en na een tijdje is er een zuster bij geroepen. Het gaat allemaal in een rustig tempo, terwijl de man toch echt ademnood heeft. Na een tijdje krijgt hij zuurstof. De dokter wordt gevraagd even te kijken en hij vraagt of de zuster de bloeddruk wil meten. Mijn handen jeukten, om te gaan helpen, maar je mag je er niet mee bemoeien…
Ondertussen liggen de andere mensen, bed aan bed, er rustig naast…

Woensdag 3 december
Het is alweer woensdag en vandaag hebben we weer een outreach. Leuk, ik verheug met erop.
Op tijd weer uit de veren en met de matatu naar Mukono. We hebben onze bloeddrukmeters, saturatiemeters, thermometers, lampjes, handschoenen, stethoscopen mee.
We gaan naar Ismaël. Hij is de persoon die dit altijd organiseert. Hij is dokter en heeft ook een prive-kliniek. Van hieruit zullen we vertrekken. Ons is gevraagd om om 9 uur aanwezig te zijn. We zijn ongeveer 10 minuten later, het verkeer is onberekenbaar. Files, wegwerkzaamheden, matatu’s die eerst vol moeten zijn voordat ze vertrekken. We geven onderweg via SMS aan dat we iets later zullen zijn.
In de kliniek aangekomen, worden we van harte verwelkomd! Fijn dat jullie er zijn, how are you?
Ismaël glimlacht van oor tot oor, met zijn prachtige gebit! Nogmaals super dat jullie dit willen doen.
Hij vertelt dat de medicijnen en de vaccins nog gebracht moeten worden. Verder is het nog erg rustig in de kliniek. Na een tijdje komt er een nurse binnen en we worden aan haar voorgesteld. How are you? Welcome! Er is ook een klein apotheekje in de kliniek, achter een glazen wand, zit een dame met een heleboel potjes en doosjes medicijnen. Blijkbaar niet voor de outreach!
Er komt nog een dokter en we worden gevraagd om even met hem in zijn kantoor een praatje te maken. Hij vertelt over zijn project met de community, hij wil meer doen voor de gemeenschap, echter de financiële middelen ontbreken. Hij vraagt of wij misschien een organisatie in Nederland weten, die dit zouden kunnen financieren. Het gesprek duurt ruim drie kwartier en door het Oegandese Engels, wat af en toe lastig te verstaan is, kan ik niet echt alles volgen. Vera had me al gewaarschuwd, ze zijn erop uit om geld binnen te halen. Hij wenst ons een fijne dag en als we op de klok kijken is het inmiddels 11 uur.
Typisch, we moesten er toch om 9 uur al zijn? Ismaël vertelt, dat het niet gewoonlijk is dat de taxi-chauffeur niet op komt dagen, en dat de medicijnen zo laat worden gebracht. Veer en ik weten inmiddels wel beter. Afrikanen nemen het niet zo nauw met afspraken wat tijd betreft. Uiteindelijk komt de chauffeur niet en omdat het toch niet zo heel ver weg is, wordt besloten om te voet te gaan.
Met alle spulletjes en medicijnen lopen we met zijn vieren richting de locatie van de outreach. De heuvel op, toch even weer lekker inspannend! Na 20 minuten lopen zijn we er, een loods met een golfplaten dak. Hierin staan wat plastic stoelen opgesteld. Er zijn nog geen patiënten te bekennen!
Er blijkt geen aankondiging te zijn gedaan aan de gemeenschap en dit gaat nu alsnog gebeuren.
Er loopt iemand rond met een speaker en vertelt dat er vandaag gelegenheid is voor medische hulp.
We organiseren twee hoeken met een tafel en twee stoelen. In de ene hoek kunnen mensen in het kort even aangeven waar ze voor komen en worden de klachten geregistreerd.
Ismael vraagt of ik bij hem wil zitten. Vera en de nurse zitten in de andere hoek. Dan druppelen de mensen wat binnen. Het gaat om zowel oud als jong. De meeste mensen hebben last van hoesten, algehele malaise. Mijn werkzaamheden bestaan uit het meedenken bij het uitvragen van de klachten. Verder temperaturen, bloeddruk meten. Niet echt spectaculair dus. Ik word musawo (spreek uit als ‘massaaaauw’) genoemd, zo noemen ze in Oeganda de zuster. Musawo is een medische hulpverlener met een rugzak. Er wordt weer gul omgesprongen met antibiotica (Vera gaf dit al aan en kan hier niet achter staan) en dit is zelfs bij een klein verkoudheidje het geval. In Nederland zou dit niet worden voorgeschreven, aangezien de veroorzaker hiervan meestal een virus is. Antibiotica helpt dan niet en wanneer iemand dan echt antibiotica nodig heeft, helpt deze dan misschien niet meer door de ontstane resistentie. Moeilijk, hoe kun je zonder onbeleefd te doen, aangeven, dat deze medische zorg meer kwaad dan goed doet? Er komen steeds meer mensen binnen en er zijn ruim 50 geweest, wanneer het voor ons tijd wordt om te vertrekken. We laten een bloeddrukmeter achter voor de outreach en gaan op zoek naar een matatu richting Kampala.Net voordat het donker is zijn we weer veilig thuis.

Donderdag en vrijdag zijn we in het ziekenhuis weer op de kinderafdeling gaan helpen, omdat ons dit het meest nuttig leek. Ondertussen zijn we aan het nadenken, hoe we het "Oeganda geld" , zo nuttig mogelijk kunnen besteden. Er zijn ook giften van andere buitenlandse medische studenten gedaan aan het ziekenhuis, waarvoor op de kinderafdeling nieuwe klamboes zijn aangeschaft. Ik vraag aan de nurse wat de afdeling nog zou kunnen gebruiken, ze noemt een uitzuigapparaat, een zuurstofconcentrator en vernevelapparaat. Susan vertelt dat ze ook nog een lijst zal maken met behoeftes. Er is nog iemand die ook wat wil geven en voorstel is om dit dan eventueel samen te doen. Ik hoop dat we iets nuttigs kunnen vinden.

Maandag 8 december
Vandaag hebben we weer een outreach! Op tijd opgestaan en na een kwartier lopen stappen we in de Matatu richting Mukono. Het went om op deze manier te reizen in Kampala, maar alles ronkt, rookt, stinkt, toetert, knettert. De stad is zo vreselijk vervuild door de uitlaatgassen! De chauffeurs zijn superbehendig in het rijden in deze drukte, overal om ons heen, zie je verkeer, ze komen uit alle hoeken! Als je dan ook nog de gaten in de weg moet omzeilen als chauffeur, ik vind het een kunst! In Mukono stappen we over in de volgende Matatu. Het is weer even wachten, totdat de matatu geheel gevuld is met passagiers. Er komt weer een doos met kuikentjes mee en via de achterklep komt er onder onze voeten doorgeschoven een grote zak met.....flink geurende visjes.... Even wennen, het is niet anders! Dan gaan we de heuvels in...... Ik dacht dat ik al heel wat gewend was, maar dit was toch weer heel heftig! Inmiddels zijn we met 21 volwassen personen in de Toyota HI ACE en worden we flink heen en weer geschud. De rode wegen zijn vol geulen, ontstaan door de regenval, maar nu is het al een paar dagen droog en zijn deze erg hard geworden. Daarbij heeft de chauffeur de voet op het gaspedaal flink ingedrukt. Uiterlijk lijk ik kalm, maar van binnen.... Vera geeft ook aan dat ze dit niet leuk vindt. We stijgen en dalen, draaien beste bochten en hangen ook geregeld scheef, met naast ons dan de diepte.. Het duurt ongeveer drie kwartier, dan komen we in het plaatsje waar we dan verder moeten met de boda boda. We stappen uit en de bodaboys staan te dringen, hello how are you..where do you to have to go? Please sit down.. We laten weten waar we heen moeten en spreken een prijs af. Ze beginnen bijv. met 6000, natuurlijk proberen ze dit. Uiteindelijk gaan we voor 4000 met z'n tweeën achterop. We vragen hem om voorzichtig en rustig te rijden. Dan gaan we, het stuk door het dorp is voor hem leuk, hij heeft 2 Mzungu's achterop. Iedereen lacht en kijkt en hij zwaait en lacht. We zwaaien af en toe ook, vooral naar de kleine kindjes. Zo schattig, die mooie bruine poppies! Het valt me op, dat de kinderen altijd vrolijk zijn, ze spelen met elkaar vaak verstoppertje, of dansen, of rennen met elkaar rondjes. Soms hebben ze een stok met een velg, die ze dan voortduwen. De moeders zijn altijd aan het koken, dat begint al 's morgensvroeg. De koeien en geiten lopen rondom het "huisje" vrij rond. De mensen leven dichtbij de natuur, maar zijn er in mijn ogen niet zuinig op. Het afval wordt gewoon naast het huisje gedumpt en ook langs de wegen is het een oerwoud van troep, als flessen, papier, plastic zakken enz.. Hierin lopen vaak weer kipjes te pikken en ook de maribus zijn vaak op deze vuilnishopen te vinden. De lucht is aan het betrekken en gelukkig komen we droog aan bij het kliniekje van de outreach. De musawo is al aanwezig en we gaan van start. Vera is de dokter en de musawo doet het voorwerk, ze registreert de patiënten en vraagt waarom ze zijn gekomen. Ik assisteer Vera en denk mee. Ondertussen meet ik de bloeddruk, indien hoestklachten of koorts ook de temperatuur, en neem ik soms malariatesten af. Af en toe moeten we even naar een andere ruimte voor het lichamelijke onderzoek. Daarna wordt er eventueel medicatie meegegeven met daarbij duidelijke uitleg in hun eigen taal door de musawo. Het was een nuttige middag. Het reizen neemt altijd wel 3 uur in beslag en in het donker reizen is niet aan te bevelen, daarom vertrekken we weer op tijd, half 4 richting Kampala. Het had geregend en daardoor zijn de wegen weer wat gladder, nog een extra reden voor mij om toch niet geheel ontspannen achterop de boda en in de taxibus te zitten. Na het "bumpy" stuk weg, waarbij ik zelfs zover van de stoel kwam, dat ik met mijn hoofd het dak raakte, zijn we gelukkig weer veilig thuis gekomen.

Dinsdag 9 december
Vandaag moeten we naar de International Immigration Office in Kampala om het visum van Vera te verlengen. Wanneer we daar aankomen, staan er 2 politiemannen bij de poort. De ene houdt ons tegen en de andere zegt, it's ok! en gebaart dat we verder mogen lopen. Dan begint de eerste weer te vragen wat we komen doen en nadat we dit hebben uitgelegd wil hij Vera's paspoort zien. Hij zegt dat het verlengen 50 dollar kost. Hij zal wel even meelopen en steekt het paspoort van Vera in zijn broekzak. Dat lijkt ons toch niet de bedoeling! We hadden namelijk gehoord dat en wisten wel zeker dat dit gratis zou zijn, we moeten dit paspoort zo snel mogelijk terug! Vera was slim en vroeg of ze haar paspoort nog even mocht zien. Hij vroeg waarom, maar gaf deze gelukkig wel. Toen wij daarna aangaven ons zelf wel te kunnen redden, droop hij af. Pfff, was even spannend! En in mijn hoofd hoor ik Wim nog zeggen: 'geef nooit je paspoort af!'
Eenmaal bij het loket van de Immigration Office zat een onvriendelijke, kortaf antwoordende dame. Ze mompelde in onverstaanbaar Engels en keek ons nauwelijks aan. We moesten maar op het A4'tje kijken naar de vereisten voor het verlengen van het visum. Een simpele vraag als 'kan ik hier een kopie van mijn paspoort maken?' wilde ze niet begrijpen.
We vroegen om ons heen aan andere mensen en gelukkig wezen zij ons een kantoortje. Alhier werden we vriendelijk geholpen. De man vroeg of we wel 'happy' waren vandaag. Waarschijnlijk keken we nog wat beduusd. We hebben maar niet verteld dat we bijna 50 dollar kwijt waren geraakt aan een officiële politieman en dat de dame achter het loket alles behalve vriendelijk was geweest.
Gewapend met de kopietjes (paspoort, vliegticket) en een motivatiebrief voor de verlenging gingen we vol frisse moed terug naar de beruchte dame. Streng en afkeurend kijkend gaf ze aan dat de motivatiebrief niet voldoende was; er miste nog wat dingen. Kortom, de brief moest helemaal over! Gefrustreerd en minder netjes geschreven keerden we na een kwartiertje weer terug om alle administratie in te leveren. Vera haar originele paspoort werd geïnd en we kregen te horen dat we vrijdag weer terug moesten komen. Helaas, we hadden eigenlijk gepland om een outreach te doen, maar dit gaat voor...
Wordt vervolgd!

  • 14 December 2014 - 21:42

    Henk Wit:

    Nou t'is daar wel anders dan hiero! Dank voor je mooie verslag. Doei! Ineke en Henk

  • 17 December 2014 - 22:51

    Peteren Tieneke:

    Wilfriede, je verhaal helemaal gelezen (goede verhalende schrijfster ben je toch!!) en het meebeleefd en meegemaakt. En net op Vera haar blogg gekeken naar het verhaal en foto's van de laatste week. Ook fijn dat je nu uit de drukke stad weg bent en ook verder het binnenland, de natuur en de Nijl hebt gezien en leren kennen. Vandaag komt Pim en hebben jullie wat meer (of helemaal vrij). Geniet allen nog volop. Het is zomaar voorbij en ben je in ons kille kikkerland. Groeten van Tieneke en Peter

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Wilfriede

Op reis naar Oeganda om vrijwilligerswerk te doen in het ziekenhuis of out-reach, mijn dochter Vera is er al vanaf 23 september ivm haar tropenstage.

Actief sinds 13 Nov. 2014
Verslag gelezen: 309
Totaal aantal bezoekers 8140

Voorgaande reizen:

19 November 2014 - 01 Januari 2015

Vrijwilligerswerk in Oeganda

Landen bezocht: